Wakker worden

Dan word ik wakker. Ik zie Merel naast me liggen. De blonde haartjes, de zachte schoudertjes uit haar blauw-witte slaapzakje met sterren. Ik hoor haar rustige ademhaling, ze slaapt. Een uurtje geleden had ze zich wakker gewoeld. Na een korte voeding is ze tussen mijn lief en mij opnieuw in slaap gevallen.

Ik aai zachtjes over haar arm, en ben dankbaar. Ik herken dit beeld. Precies zo, of was het toch net anders? Het gevoel dat erbij hoort is hetzelfde. Het gevoel van een nieuw begin. Dankbaarheid en liefde die reikt naar alle uithoeken van het universum. Ik luister naar haar rustige ademhaling en mijmer nog even door.

Ruim anderhalf jaar geleden zag ik ook zo’n kindje in ons bed. Ik werd ’s nachts wakker en zag haar ineens liggen. Dezelfde blonde haartjes, dezelfde zachte armpjes. Destijds was ik blij verrast, verbaasd. Ik voelde aan alles dat dit kindje óns meisje zou worden. Dat het een beeld was van wat zou komen. Dat de ziel van ons toekomstige kindje zich aan mij liet zien. Om mij te vertellen dat we niet lang meer hoefden te wachten. Om mij te vertellen dat ik het écht goed voel. Dat ik daar nooit, nee nooit aan hoef te twijfelen. Ik reikte met mijn hand, en toen was ze weg. Met overal kippenvel en mijn hart dat bonkte in mijn keel lag ik klaarwakker, blij te zijn in bed.

Groene wei
Ons kindje had zich laten zien. Nog voordat ik zwanger was. Het zou ook nog een aantal maanden duren voordat dat het geval was. Maar ze had zich laten zien. Ook mijn oudste dochter had al voor de conceptie van zich laten horen. Of beter gezegd: had zich laten zien. Liene heeft me de grote groene wei leren kennen. Het weidse landschap waarin ontmoetingen tussen hier en daar plaatsvinden.

Want daar, in dat weidelandschap ontmoette ik haar. Soms zag ik haar spelen met een jongetje. Dan keek ik naar hen en probeerde ik op te vangen wat ze tegen elkaar zeiden. Soms maakte ik contact. Dan zwaaide ik, en zwaaiden ze terug. Ik weet nog heel goed dat ik de eerste voorzichtig vragen stelde. Hoe heet je? Ine. Wat vind je leuk om te doen? Rolschaatsen. Weer later kwam ze naar me toe rennen om me te knuffelen. Soms dansten we woordeloos door de wei. En ook kwam het voor dat ik haar als volwassen vrouw voor me zag. Dan opende ik mijn handen en kon ik haar aanraken. Dan was haar energie overal voelbaar en zag ik haar gezicht heel helder voor me. Dat voelde zo vertrouwd. Met altijd blijdschap om de herkenning, om het voelen van onze diepe, vergaande verbintenis. Op dat soort momenten voelde ik me een en al licht. Dan tintelde het, van mijn tenen tot mijn kruin.

Aarde
Maar nu lig ik hier, in bed. Ik kijk naar de blonde haartjes. De zachte armpjes uit het blauw-witte sterrenslaapzakje. Ze is hier nu bijna zeven maanden. En wat heeft ze me al veel gebracht. Liene liet me kennis maken met de wereld áchter de sluier en hoe mooi het daar is. Merel laat me zien dat het hier op aarde ook zo slecht niet is. Ze heeft me letterlijk, na 36 jaar, leren landen in mijn lichaam. Ze heeft me oude pijnen laten zien en voelen en mee helpen opruimen. Zodat ik me hier op aarde steeds beter thuis ga voelen, ook al voel ik me al mijn hele leven anders dan anderen.

“Ik zie in haar ogen dat de hemel hier op aarde is. Al lang. En dat ik er alleen maar voor hoef te kiezen het te zien.”

Dan hoor ik hoe ze wakker wordt. Ze geeuwt en rekt zich uit, maakt wat smakgeluidjes. Ze draait zich naar me toe en kijkt me aan. Een stralende lach. Ik schiet vol en huil van blijdschap dat ik haar hier in bed echt echt echt kan aanraken en knuffelen. Na zeven maanden is dat nog steeds soms ongelofelijk… Dankjewel dat je gekomen bent, zeg ik snotterend. Dankjewel dat je er bent. Ze legt haar handje op mijn arm. Ik krijg overal kippenvel.

Ze kijkt me aan. Ik kijk haar aan. Ik kijk recht in haar ziel, en daarmee in de mijne. Ik zie haar lach, haar wijsheid, het weidelandschap waarin ik Liene leerde kennen, het jongetje dat er toen soms bij was. Hun broertje dat uiteindelijk nooit naar de aarde kwam. Ik huil en lach en Merel lacht mee en ik voel dat er in mij kwartjes vallen, ik voel dat ik nog harder mag lachen, heel hard en nog harder, gewoon omdat ik daar zin in heb. En dat ik mag landen, in dit moment. En dat ik met beide benen op deze aardse grond óók dáár kan zijn. En dat hier en daar eigenlijk hetzelfde zijn. En ik zie in haar ogen en voel in onze lach dat de hemel hier op aarde is. Al lang. Dat ik er alleen maar voor hoef te kiezen het te zien. En ik voel dat dit een nieuw begin is. Ik voel het hier, gewoon hier, niet in een weidelandschap in een meditatieve toestand maar gewoon, hier in ons bed.

Licht, hoopvol, vol beloften en ontluikend geluk. En ik zeg dankjewel, dankjewel, dankjewel.